6.
'Een foto die de bedding van de geschiedenis heeft verlegd?'
Hij lachte minzaam
naar mij, zonder de foto die tussen ons in op tafel lag een blik
waardig te gunnen. Vervolgens sloeg hij de handen voor zijn ogen.
'Kijk, meneer
Derwahl', zei hij met zijn zware maar warme bromstem. Hij sprak Frans
met een Slavisch accent, hij heette Vladimir Korotkow. 'Als ik niet
kijk, zie ik niets, wist ik er niets van.'
Hij deed alsof hij
snurkte.
'Ik kan mezelf
probleemloos en op elk moment van de dag, zittend of rechtstaand, in
slaap wiegen.'
Hij begon
daadwerkelijk heen en weer te wiebelen op zijn stoel en neuriede een
kinderliedje.
Ik wist niet waar
hij heen wilde. Ik had toch net het juiste antwoord op de examenvraag
gegeven? Voor mij, op tafel, lag een foto van een man die zichzelf in
brand had gestoken midden op straat. Gebeurtenis: de zelfverbranding
van Jan Palach in Praag, fotograaf: onbekend, datum: 1969. Voor het
examen van professor Korotkow hadden we honderd zogenaamd iconische
foto's moeten bestuderen. Op het examen moesten we gebeurtenis,
fotograaf en jaartal reproduceren.
'Kent u de muziek
van Sergej Prokofjev, meneer Derwahl?'
Ik schudde mijn
hoofd. Thuis in Marville had de radio zelden opgestaan. Er was een
platendraaier, waar mijn moeder af en toe een plaat van een Franse
chansonnier had opgelegd.
'Muziek heeft mij
meer gevormd dan beelden', zei hij. Hij liet zijn handen zakken, maar
hield zijn ogen gesloten. '“Het is buitengewoon stompzinnig om een
potje as te willen zijn”, schreef Prokofjev in zijn dagboek,
twijfelend of hij gecremeerd wilde worden dan wel ter aarde besteld.
Hij besloot uiteindelijk zijn skelet te schenken aan een museum. Daar
wilde hij achter glas staan, met als opschrift: “Vrienden, fijn dat
jullie er zijn”.'
Eindelijk opende
hij weer de ogen en keek mij recht aan. Er viel een ongemakkelijke
stilte in de koude, TL-verlichte kamer. De Ecole de Photographie in
Parijs, waar ik enkele maanden na de breuk met Ella was gaan
studeren, was in zijn geheel onderkomen en ik had het vanaf de eerste
dag in tegenspraak gevonden met wat toch ook een wezenlijk onderdeel
van de fotografie behoorde te zijn, namelijk de esthetiek.
Dezelfde
verwarring, nog aangeblazen door de vrees voor een onvoldoende,
beving mij hier nu tegenover mijn examinator. Een professor
fotografie die muziek verkoos boven beeld en de kern van zijn eigen
cursus – beelden die de wereld veranderen – ondergroef? Ik dacht
aan mezelf en hoe goed ik was geweest in wiskunde en dat spoor toch,
tegen de druk van mijn ouders en leerkrachten in, had verlaten.
Misschien had het kompas van professor Korotkow in de muzikale richting
gewezen en was hij afgedwaald. Het kon verklaren waarom hij in de
lessen altijd een beetje de indruk gaf tegen zijn zin voor de klas te
staan. Het gaf zijn voorkomen een zekere melancholie die mij ook
vandaag trof, nu ik hem zo van dichtbij zag, met zijn dunne, grijze
en wilde haardos en zijn grote, gegroefde handen.
'Wat ligt hier
eigenlijk tussen ons op tafel?', wees hij naar de foto. 'Een
menselijke toorts, een brandend braambos. Een foto die zijn waarde
verliest zonder context. Een fotograaf fixeert, letterlijk en
figuurlijk. Een beeld is vrijblijvend, muziek is vrij én blijvend.'
Hij nam een schaar
van de verder nagenoeg lege tafel en knipte de brandende Palach van
de foto. Ik moest heel even denken aan het kleine inferno dat mijn
vaders bijen op mijn arm hadden veroorzaakt. Wat wist ik van pijn,
wat wist ik van wat dan ook?
'Er zijn honderden
manieren om iets niet te willen zien. Om zichzelf te ontzien.
Ontluisterend, niet?'
Hij lachte met de
onbedoelde woordspeling.
'Heeft uw vader u
leren kijken als ik vragen mag, meneer Derwahl?'
Ik ontkende,
almaar meer in de ban van deze raadselachtige man die scheen vergeten
te zijn dat hij op een examen zat.
'De mijne leerde
mij te luisteren. Naar wat de Pravda ooit “Chaos in plaats
van muziek” noemde, die goede oude Prokofjev. Die muziek alleen
maar in je hoofd te weten, je hoefde ze niets eens te horen, was voor
mijn vader een daad van verzet, een rijkdom die met geen enkele
ordehandhaving te ontvreemden was.'
Hij zweeg en keek
in gedachten verzonken naar zijn handen. Ik vond ze mooi en zoals ik
een jaar geleden mijn hoofd had willen begraven in de voorschoot van
mevrouw Haller, zo wilde ik nu bijna die handen aanraken.
Hij keek op, als
het ware verrast door mijn aanwezigheid – hij zou twee jaar later
gediagnosticeerd worden met dementie – en vroeg wat mijn vader
deed?
'Een veteraan van
de koude oorlog?', vatten zijn ogen vuur toen ik hem over mijn thuis
vertelde. Hij rechtte zijn rug alsof een onzichtbare hand hem had
aangepord.
Professor
Korotkow tikte met zijn wijsvinger op de nu uit het Praagse
straatbeeld weggeknipte Palach.
'Vuur is nooit het
grootste gevaar geweest. Zou uw vader dat geweten hebben?'
Vuur was inderdaad
niet iets wat ik met mijn vader associeerde, maar hoe had professor
Korotkow dat kunnen weten? Hij bedoelde natuurlijk iets anders.
De minuten tikten
verder terwijl hij mij zijn levensverhaal begon te vertellen. De
voorziene examentijd per student – twintig minuten – was al
ruimschoots overschreden. Vanop de gang steeg zenuwachtig gekuch van
wachtende examinandi op, wat de professor geheel leek te ontgaan.
Korotkow was niets minder dan officier in het Rode Leger geweest. Twee jaar geleden, in 1978, was hem het Russisch staatsburgerschap ontnomen. 'Zonder enig geweld', beklemtoonde hij. 'Niemand heeft mij ook maar fysiek met zoveel als een vinger geraakt.'
Korotkow was niets minder dan officier in het Rode Leger geweest. Twee jaar geleden, in 1978, was hem het Russisch staatsburgerschap ontnomen. 'Zonder enig geweld', beklemtoonde hij. 'Niemand heeft mij ook maar fysiek met zoveel als een vinger geraakt.'
Hij werd in 1970
gedegradeerd tot gewoon soldaat ten tijde van de zogenaamde “dooi”
onder Nikita Chroesjtsjov. Enkele maanden later verloor hij ook zijn
pensioenrechten en uiteindelijk werd hij helemaal uit het Rode Leger
gezet. 'Ik verdiende de kost als sjouwer, werkdagen van twaalf uur
voor een handvol roebels. Ik had gelukkig geen familie, opgeofferd
als ik mezelf had gedaan voor de Revolutie.'
'Ik heb nooit
geweten wie mij verklikt heeft of waarom. Ja, een stok vonden ze
natuurlijk altijd. Op mijn proces vernam ik dat ik in een militair
document een zinnetje zou hebben geschreven dat kon worden uitgelegd
als “Leninistische propaganda”.'
Hij spuwde het
woord uit, speeksel viel op zijn grote handen en hij keek er
verwonderd naar, als vroeg hij zich af vanwaar het vocht kwam.
'Het was mijn
overtuiging dat we in het Westen maar best de klassenvijand te vriend
konden houden. En dat we moesten verhinderen dat buitenlandse
communisten Sovjets gingen vormen. Misleiding is de hele kunst.
Daarin is politiek, toch voor wie ze met een kwaad opzet bedrijft,
gewaagd aan de kunst zelf,' hij priemde zijn wijsvinger in de lucht,
'niet het minst aan de fotografie.'
Ik verstoutte mij
om hem te vragen hoe hij fotograaf was geworden.
'In de Speciale
Psychiatrische Kliniek in Leningrad, zo heette het officieel, waar ik
na mijn degradatie tot twee keer toe maanden werd vastgehouden',
antwoordde hij. 'Het heette in de Sovjet-Unie Strafpsychiatrie,
zogenaamde dissidenten werden er heen gestuurd om te genezen van hun
dwalende ideeën. Ik zeg zogenaamd, want ik had mezelf tot dan toe
nooit als dissident beschouwd. Nooit.'
'Hièr', wees hij
met zijn vinger naar zijn slaap, 'hadden uw vader en zijn kameraden
zich zorgen moeten om maken, eerder dan om bommen, geweren of vuur.
Ja, die hadden we ook en ze waren echt, maar in de strijd om de geest
was die hele vuurkracht toch maar een groot Potemkindorp. Nuttig wel
om angst te zaaien in de hoofden, en angst ah! angst...'
Hij richtte de
ogen op het plafond, alsof hij een gebed zou aanheffen.
'Ctpax',
mompelde hij alvorens mij met gespeelde ontzetting in de ogen weer
aan te kijken. 'Angst, meneer Derwahl, angst is het poortje dat
machthebbers willen open wrikken om zich toegang te verschaffen tot
wie u bent. Machtiger dan tanks op territorium, is de bezetting van
het geheugen. En of die koevoet nu van links of van rechts komt, van
het zogenaamde proletariaat of van de bourgeoisie, het doel is
hetzelfde: verwarring en gekte zaaien, hunker naar de verlossing van
het dogma. Angst is een machtig toegangskaartje, meneer Derwahl.'
Hij vertelde hoe
je al na enkele maanden in de kliniek niet meer wist wie gek was en
wie niet, en dat dat precies de bedoeling was. 'We waren “patiënten”
waardoor onze onderdrukkers als vanzelf als “verzorgers” moesten
worden beschouwd, mensen in witte jassen die ons een gunst
verleenden. De Sovjets misbruikten het woord “psychiatrie” zoals
de Nazi's de “genadedood”. Wij, de zogenaamde dissidenten, kregen
als diagnose het etiket “trage schizofrenie” opgeplakt.'
Ik wachtte
intussen nog altijd op een antwoord op mijn vraag over zijn
fotografie. Ik herhaalde de vraag, lokte hem zoals mijn vader zijn
bijen terug naar de korf.
'Ik kon een Leica
op de kop tikken en begon daarmee patiënten te fotograferen om
tussen hen en mezelf een muur op te trekken. Ik trachtte bij zinnen
te blijven dank zij de fotografie, de fixatie van de ander. Eigenlijk
deed ik hetzelfde als, zo besefte ik later, mijn vader had gedaan
telkens hij naar Prokovjef luisterde.'
Hij boog zich over
de tafel van het smalle bureau heen, waardoor we bijna neus tegen
neus zaten. Zijn ogen waren groot en fel.
'Ze lopen hier nog
rond', fluisterde hij. 'Ik weet het zeker. Ze komen naar hier, ze
zijn al onder ons. Ze zullen u en mij altijd willen benevelen en
knevelen. Met alle mogelijke middelen.'
'Wie zijn “ze”,
professor?', vroeg ik.
Hij schrok, wuifde
zijn hand in de lucht en brak het gesprek en het examen abrupt af: 'U
kunt gaan, meneer Derwahl.'
Weer buiten op de
gang wist ik tientallen ogen op mij gericht van de rij wachtenden die
almaar langer was geworden. Ze keken me even verbaasd als misnoegd
aan, opgelopen als hun examenkoorts was geworden. Anderhalf uur had
ik binnen gezeten en hoewel ik niet wist of ik nu al dan niet een
voldoende gehaald had, wist ik wel dat ik tijdens mijn jaren
fotografiestudie nooit nog een belangrijker les zou krijgen dan die
van professor Korotkow.
Voorpublicatie uit "Angel", roman in wording.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten