maandag 14 december 2009

Aire de Sentinelle (4)

“De Fiets wist wat verliezen was. Moesten we hem daar aan boord van de Brabo allemaal nageven. Vrouw er vandoor, kind kwijt. Maar blijft een man grienen als een wijf, nee toch?”
Madeleine neuriet een liedje. Luider en luider galmt het in de klankkast van haar hoofd. Enkel hoorbaar voor haarzelf. Ze wou maar dat ze van haar leven een stiltegebied kon maken. Een zachte wereld.
“Niet echt kwijt kwijt, niet in de zin van dood,vergaan, opgelost. Verdwenen eerder, uit zijn leven gerukt, meegenomen met die vrouw van hem naar het apenland waar ze vandaan kwam. Het was een zwarte. Ook het jong had een donkere huid, kroeshaar, dikke lippen. De Fiets ging nergens heen zonder een foto van dat kind. In zijn kajuit stond een koffer vol knuffels.”
De dag is over de middag heen. Roger en Madeleine blijven alleen achter in La pauze croquante, tot de avondspits. Alle andere vogels zijn gevlogen. Ook het gezinnetje met de almaar stillere ouders en onrustiger wordende kinderen heeft, het eten half onaangeroerd latend, het pand verlaten. Geen levend wezen heeft hen een goede reis gewenst.
“’s Nachts hoorden we hem soms bidden. Lamenteren was het eerder. Janken. Altijd hetzelfde zinnetje. Ik heb onder hen gezocht naar iemand die voor mijn aangezicht op de bres zou kunnen staan ten behoeve van het land. Woorden van een of andere profeet. Tot we er horendol van werden. De muren op zo’n boot zijn van bordkarton en de zenuwen zijn na twee weken tot het uiterste opgerekte elastiekjes.”
Ergens geweest te zijn en daarna niet meer. Ergens uitvallen, uit een wereld kantelen en er nooit meer in slagen om jezelf weer aan boord te hijsen.
“Pinkstergemeenschap. Daar had de Fiets zijn anker neergelaten na maanden zwalpen. Vol was hij er van. Hij hield niet op met preken. Bij het ontbijt, het middageten, ‘s avonds. Dat we het drinken moesten laten. Dat we altijd moesten beseffen dat er een einde aan de reis kwam. Aan deze reis hier, op aarde, bedoelde hij. We waren al een jaar aan het dobberen in die vervloekte Perzische golf. Behalve dolfijnen hadden we nog niets opwindends gezien of meegemaakt. Dan wordt zo’n schip een gevangenis. De Fiets wekte elke dag iets meer onze afkeer op. En er is een lust die een mens bekruipt om iets te doen, een lust die een uitweg zoekt, onder welke vorm dan ook.”
Toen Madeleine die ochtend, nu acht maanden, twee weken, twee dagen en vier uur geleden, haar ogen opende en haar man niet naast haar vond, duizelde het haar meteen voor de ogen. In telepathie of andere trompes l’oeil van de rede heeft ze nooit geloofd, toch voelde ze het meteen dat nooit nog iets hetzelfde zou zijn. Zonder het bed te verlaten, wist ze dat het huis zich tijdens haar slaap had gevuld met leegte.
De dag dat je het bij zijn naam noemt: verraad, is je eigen rol in het spel bezegeld. Beschuldiging en schuldbekentenis zijn als het mannetje en het vrouwtje in een weerhuisje: altijd samen, maar nooit samen binnen of buiten.
“Er is geen land te bezeilen met rouwende mannen. Ze slaan bij leven de hand aan zichzelf. Dat konden we niet alle dagen in onze stierlijke verveling blijven aanschouwen.”
Madeleine had een goede job. Verkoopsassistente, ze stond goed in een mantelpak. Als iemand in La pauze croquante bedeeld zou zijn geweest met een scherp oog, had hij door de rode bedrijfsschort heen haar oude gratie kunnen zien. Maar niemand keek hier naar haar om en zo wilde Madeleine het ook. De bemeubelde studio in Crépin, de job hier in Aire de Sentinelle, het rode bedrijfsuniform: het was allemaal deel van het grote weggommen.
Ze had hogerop kunnen geraken indien ze zich niet zo had weggecijferd voor haar man. Ze schrikt bij de gedachte. Het voelt aan als een overgave. Dit heeft ze nooit eerder gedacht, laat staan gezegd. Maar hier en nu welt het spontaan op, als een slijm op de longen laat het los en rochelt het zich naar buiten.
“Het begon met kleine prikjes.”
Roger heeft niets gevraagd, toch protesteert hij niet als Madeleine zijn glas vult.
Zij had zich weggecijferd voor haar man.
Het was vanzelf gegaan. In de jaren waarin het verschil wordt gemaakt tussen een vlakke loopbaan en een carrière. En daarna, de vijftig nabij, was ze zelf weggecijferd. In de foute kolom beland bij de plannen voor een herstructurering, volgend op een fusie, die zelf was gevolgd op een synergie met een concurrerend bedrijf. Dominostenen vielen om, winst kelderde. Nee, niet de winst, wel de koers van het aandeel. Samen met twaalf collega’s werd Madeleine naar de uitgang begeleid. Op een zaterdagvoormiddag kreeg ze telefoon van een personeelsdirecteur die ze nooit eerder had ontmoet, gezien of gehoord. Tot zijn grote spijt. Maandag viel de schriftelijke bezegeling in de bus. Met hoogachtende groeten. Men had het onderste uit de kan gehaald. Een royaal sociaal akkoord bedongen. Een kale kat op een koord. Een leven overboord.
Het was waar: voor het geld hoefde ze het al enkele jaren niet meer te doen. Haar man was rijk. Hun leven stroomde, transformeerde en muteerde mee op de golven van de beurs. Het was een continuüm, een roes. Een maand na haar ontslag vloog ze met haar man naar Spanje om hun nieuwe leven te gaan vieren in een van de beste restaurants ter wereld. 24 uur later stonden ze terug thuis en liepen ze langs bij de notaris om de villa te kopen waarop ze al zo lang hun zinnen hadden gezet. Madeleine zag in al die jaren amper contant geld. Geen koffers met biljetten, geen kluis met waardepapieren. Transacties verliepen hoofdzakelijk via elektronische weg. Hun leven werd mogelijk gemaakt door een permanent verkeer tussen banken en rekeningen, een onnavolgbaar gepuzzel van fondsen. Er was geen bedrijf, er waren geen innovatieve producten, ook niet op de exotische locaties waar haar man af en toe heen vloog.
“Genaaid van hier tot ginder”, ginnegapt Roger. “Terwijl je dacht: die ken ik van haver tot gort.”
Madeleine, weggecijferde, weggegomde Madeleine, vrouw onder ontvrouwelijkende schort, staat aan de grond genageld. Achter haar rug hoort ze een vertrouwde stem.

(Wordt vervolgd)

Filip Rogiers

Ongepubliceerd

Geen opmerkingen:

Een reactie posten