Vraag van Valérie De Bue (MR) aan Waals minister van Milieu Carlo Di Antonio (CDH) over 'Be WAPP'. (WAALS PARLEMENT, 23/03/15)
Op de eerste lentedag van het jaar
verliet een twintigtal moslims de moskee Al Imane in Cuesmes, een
niet zo florissante deelgemeente van Mons. Ze trokken de straat op,
gewapend met stokken.
Gehuld in oranje hesjes zetten ze een
klopjacht in op zwerfvuil. Dat deden ze zo bezeten dat ze er
felicitaties van de Waalse minister van Milieu Carlo Di Antonio voor
kregen.
Die
minister had àlle Walen opgeroepen om deel te nemen aan Be WAPP, wat
staat voor une
Wallonie Plus Propre.
Meer dan 10.000 burgers uit 157 gemeentes namen eraan deel, goed voor
17.000 gevulde vuilniszakken. Waaronder dus een flink pak hier in
Cuesmes, dankzij de doortastende witte (nou ja) tornado's van imam
Mounir ben Ahmed.
'Toen we de vraag kregen om de straat
op te ruimen, hebben we er geen halve minuut moeten over
discussiëren', vertelt Mounir ons op een gezellige namiddag met veel
zoetigheden, koffie en thee. 'Reinheid is de helft van het geloof.
Dat zegt de profeet.'
Met Mounir, Ibrahim, Ahmed en Hamid
kouten we een eind weg over snoepwikkels, lege sauspotten, oude
kranten, half vergane sofa's en sigarettenpeuken. Ze zijn voor
nultolerantie. 'Peuk uit het raam? 50 euro. Geen genade.'
'Toen ik 37 jaar geleden in België
aankwam, dacht ik dat hier veel goede moslims woonden', grijnst
Hamid. 'Proper dat de straten hier waren! Dat is jammer genoeg niet
blijven duren.'
Deze moskee organiseert al jaren
opendeurdagen, schoolfeesten en barbecues. 'En elke vrijdag volgen
onze jongeren hier de les burgerschap', zegt Ibrahim.
Mounir gooit er nog een wijsheid van de
profeet tegenaan: 'Je moet je steentje bijdragen tot de samenleving.
Tot uw laatste adem. Zelfs al lig je op sterven: heb je een laatste
zaadje in de hand, dan nog moet je dat zaaien.'
En of dat ook lukt?
Ze zijn te beleefd om het zo expliciet
te zeggen, maar het antwoord is: nee, niet altijd.
Je steekt honderd keer je hand uit, dan
nog is er dat wantrouwen. 'Een van onze broeders begon vorige winter
met soepbedeling', zegt Ibrahim. 'Daar is hij moeten mee stoppen
omdat we geen toestemming kregen van de gemeente.'
Er gaat een zucht de tafel rond. Zo
zoet de baklava, zo bitter soms de gedachte dat de burgerzin in deze
tijden wel heel vaak eenrichtingsverkeer is. En dat er vooral sinds
9/11 een duivels mechanisme in onze diverse samenleving is geslopen.
Ook al zijn de woorden 'Charlie Hebdo', 'Verviers' of 'IS' hier nog
geen enkele keer gevallen, aan beide kanten van de tafel weten we
zeer goed dat ze tot de sous-texte behoren van elk gesprek tussen
moslims (zij) en niet-moslims (wij). Zelfs als het over koetjes,
kalfjes en vuilniszakken gaat.
Er gaat opnieuw een zucht de tafel
rond, deze keer van opluchting, als we opmerken dat ze nu al zeker
tien keer gezegd hebben dat ze van ons – mijn, uw, hun - land
houden zonder dat we daar naar gevraagd hebben.
Want zo werkt dat dus: je hebt altijd
de neiging om je te verdedigen ook als niemand je aanvalt, je moet
als moslim tien keer zo hard je best doen om te tonen dat je 'een
goede burger' bent. En dan nog krijg je vaak een koude schouder.
'Dat
is inderdaad soms erg vermoeiend', zegt Mounir. 'Zodra er in Parijs
of Verviers iets gebeurt, staan de schijnwerpers op die idioten die
alles kapot willen slaan, hun eigen leven nog het eerst. Het is een
mécanique
méchante.
Wij moeten altijd tonen dat we van deze samenleving houden, maar de
samenleving houdt niet altijd van ons.'
Hij lacht droef, zich bewust van het
eufemisme. Voegt er dan bijna fluisterend aan toe: 'Ik lig hier echt
wakker van.'
Ibrahim knikt. 'Heb je, zoals mijn
vader, vijftien jaar in de mijnen gewerkt en er silicose aan
overgehouden, komt er een minister zeggen dat je geen meerwaarde
hebt. En maar beleefd blijven.'
'Zitten we ons nu toch wel weer te
verantwoorden zeker!', zegt Ahmed. 'Voor het tuig dat naar Syrië
trekt, vecht voor het geld en de drugs. Ze kapen ons geloof. Ze komen
trouwens niet in de moskee, ze halen hun zieke instructies van het
internet.'
'Weet u', zegt Mounir. 'Mijn vrees is
dat het sommigen gewoon goed uitkomt dat het vuur altijd weer wordt
opgepookt. Maar waar gaan we de pompiers blijven vinden?'
Op het einde van de namiddag staat
Mounir in de keuken de glazen af te wassen. Doet hij thuis ook, zegt
hij. En dan, guitig en trots: 'Ik ben net opa geworden.'
Bij het afscheid voor de deur steken we
een sigaret op. Roken, zo leer ik nog, is door de profeet niet
verboden (haraam) maar het is evenmin goed (mekroeh). 'Let er wel op
dat u uw peuk niet op straat gooit', knipoogt Ibrahim.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten