maandag 2 november 2009

Aire de Sentinelle (1)

La région Nord Pas de Calais vous souhaite une bonne route. Honderd meter verder, aan de andere kant van de autosnelweg, wenst Wallonië de automobilisten hetzelfde toe. Beide borden zijn vuil en geblutst. De auto’s slaan die wensen knorrig in de wind. Niemand hoeft vriendelijkheden van een bord langs de weg. Zoals niemand het in zijn hoofd haalt om de ‘hoogachtende groeten’ van verzekeringsmaatschappijen en belastingkantoren te retourneren, toch? In het Frans duiken opstellers nog dieper in het slijm: ‘Veuillez agréer, Monsieur/Madame, mes salutations distinguées’.
Vier keer per dag wordt Madeleine une bonne route toegewenst. Haar reis eindigt aan Waalse kant tien kilometer verder in het gehucht Crépin, waar ze een studio betrekt. In Frankrijk is ze al na anderhalve kilometer op haar bestemming: het wegrestaurant van de aire de repos, die de naam meekreeg van een nabijgelegen slaapdorp: La Sentinelle. Ze heeft er nooit een voet gezet.
Vroeger passeerde ze hier wel vaker met haar man en kinderen, soms twee keer per jaar. Stoppen deden ze hier nooit. Het was te dicht bij huis in de beide richtingen. Ze woonden in de groene rand rond Brussel. Op die reizen werd gezongen in de wagen, gestopt voor picknicks en klein en groot gevoeg. Wanneer op de heenreis het laatste bord voor de Belgisch-Franse grens hen uitwuifde, ging dat gepaard met veel gejoel. Er was geld, de beleggingen waren solide, er waren tevreden klanten, de kinderen hadden het goed.
Je tracht niet te denken dat je toen wel eens dacht dat het allemaal stuk kon. Madeleine denkt te weten hoe het voelt: het moment voor de impact, wanneer je op een niet meer te ontwijken hindernis inrijdt.
Tous les garçons et les filles de mon âge zingt Françoise Hardy terwijl Madeleine de tafeltjes afveegt. De muziek staat stil en er is nog geen publiek. Het is vroeg, zes uur, buiten verdringt een lichter grijs een donkerder grijs. Nu en dan priemen de lichten van een vrachtwagen door de pas gezeemde ramen.
Madeleine zal ook deze dag weer trachten door te komen zonder zich te bezeren aan het leven.
Het is september. Risicotijd. Het zijn de dagen waarin de kop van de herfst de staart van de zomer begint op te slokken, -de warmte zit in de huizen, buiten rukt de kilte op, de eerste regen valt-. Die dagen zijn het moeilijkst. Toen en nu.
Toen, in een dorp in het zuiden, wanneer de platanen hun licht verloren en al in de late namiddag een duistere mantel over het dorpsplein legden en de geluiden van keuvelende ouderen en spelende kinderen dempten. Madeleine keek een laatste keer naar het tafereel, maar anders dan de voorbije vakantiedagen had ze geen heerlijk lege, luie uren meer voor zich. Nog voor ze het plein afreden richting route nationale, waren ze al weg.
Het was in zo’n seizoensplooi dat het geluk kantelde. Men verloor zijn vertrouwen. Men kreeg plots een dreigend gezicht. Cijfers sprongen uit tabellen en pretendeerden harde valuta te zijn, die er niet waren, nooit geweest. Men goochelde niet meer, men eiste.
Men. Onpersoonlijk persoonlijk voornaamwoord. Het meest gebezigd in de wereld van haar man, die van hypotheken en hedgefondsen, equity en mezzanine tranches.
Dat viel haar later op, toen ze gedachteloos en zonder te begrijpen wat ze las in zijn papieren begon te snuffelen. Men is de taal van het verlies, voorafgaand aan de val. Hoogachtende groeten van nergens, niemand tot iets verbindend.
Nu. Men is een gevecht tegen weemoed. Een godganse dag.
Ze trekt de rode schort aan van de keten waartoe dit wegrestaurant behoort. La pauze croquante staat er onder het logo, een glimlachende sandwich op wielen. Bij de schort hoort een zonneklep in dezelfde kleur. Het heeft geen functie, het irriteert de huid op haar voorhoofd.
De put was diep. Een bedrag met ettelijke nullen. Boven die afgrond hadden ze jarenlang onbezonnen geleefd. Het latere besef van verlies tastte de herinnering aan alle mooie momenten aan. Alsof alle geluk op krediet was beleefd. Het leven gedevalueerd met terugwerkende kracht.

(wordt vervolgd)

Filip Rogiers

Ongepubliceerd

Geen opmerkingen:

Een reactie posten